Al vanaf het moment dat ik zwanger was, wist ik dat ik borstvoeding zou geven. 6 maanden, dat was de periode die ik voor ogen had.
Ik was heel erg blij dat de vroedvrouwen me vol lof zeiden dat ik een goede melkproductie had net toen Noah ter wereld was gekomen. Ik voelde me op en top mama. Ik ging dit klusje wel eens klaren. Maar al snel viel ik van mijn roze wolk. Auuw, borstvoeding geven deed pijn. Andere mama’s hadden me hiervoor wel gewaarschuwd, maar dit had ik niet verwacht. Daar kwam ook nog eens bij dat onze zoon een hongerig beertje was.
Elke 2uren begon hij te wenen en te zoeken naar mijn borst. Hij had heel veel honger en wou telkens aangelegd worden. Andere manieren om hem te troosten boden geen soelaas. Ik had dit over voor Noah, maar ik ging er elke dag een beetje meer door onder door. Na een 4 tal weken kon ik niet meer. Ik had het gevoel dat ik dag en nacht niets anders deed dan Noah voeden. Ik had het borstvoeding geven zwaar onderschat. Daar kwam ook nog eens bij kijken dat ik tepelkloven had en dat Noah vaak 4 à 5 keer per voeding aanhapte. Dit deed telkens veel pijn. Tepelhoedjes, tepelzalf, compressen, … . Ik had al vanalles geprobeerd, niets hielp genoeg.
Bram zag dat ik er onder door ging, zowel fysiek als emotioneel. Het wenen stond me nader dan het lachen. Hij riep een halt toe. Hij was onderweg van zijn werk en hoorde aan telefoon dat de tranen in mijn ogen stonden. Ik was op. Noah had een hele dag geweend en melk gedronken. Hij stopte aan de apotheek voor Nutrilon. Die avond starten we met een combinatie van borstvoeding en flesjesvoeding. Wat een opluchting. Ik kon even op adem komen.
Maar ook hier merkten we al snel dat Noah veel dronk en niet snel verzadigd was. We hielden zijn voedingen bij en zaten aan 12 voedingen per dag. Véél te veel. Zoveel was wel duidelijk. Uiteindelijk kregen we de tip van een vriendin om over te stappen op Nan complete food. Dit in combinatie met Nutriton Johannesbroodpitmeel zorgt ervoor dat Noah nu om de 3 à 4 uren eet. 7 maal per dag. Wat een verademing. Noah geeft nu ook veel minder over. We zijn nog niet waar we willen zijn en elke dag is een zoektocht, maar we gaan de goede kant op.
21 januari, 2 dagen voorbij mijn uitgerekende bevallingsdatum. Opgestaan met wat buikpijn, niet meer dan de voorbije 3 dagen. Rond 11u30 moet ik aanwezig zijn in het ziekenhuis om even aan de monitor te liggen. Hartslag van de baby controleren en kijken of mijn saturatie ok is. Na een half uurtje ‘monitoren’ komt de vroedvrouw even kijken. Ze vraagt of ik geen pijn heb. Ik vertel haar dat ik wel wat buikpijn heb, maar niet heel erg. Het blijkt dat ik regelmatige contracties heb, ik verschiet. Ze doet een test of ik vruchtwater verlies en die blijkt positief.
Ik mag nog snel naar huis, maar moet me 2 uren later aanmelden. Dat is het dan, het gaat gebeuren, denk ik bij mezelf. Ik ben de gang nog niet uit, of ik bel Bram op. “Het is gangk” zeg ik.
Ik rij rustig naar huis en 30 min later rijdt Bram de oprit op. We eten nog samen een boterham en vertrekken richting ziekenhuis. Daar worden we naar de bevallingskamer gebracht met het grote bevallingsbad ( Ik wil heel graag in het bad bevallen). Nu pas komt het besef, het gaat gebeuren. Straks heb ik mijn zoon in mijn armen.
Dr De Kesel (mijn eigen gyneacoloog) kwam me melden dat zij er maar was tot 18u en dat ze morgen niet werkte. Heel jammer, maar ik wist dat dit kon gebeuren.
De vroedvrouwen van dienst leggen me rond 15u aan de monitor en er wordt gemeten of ik al opening heb. 2 cm. Niet veel, maar al een begin. De weeën beginnen nu ook heviger te worden. De pijn valt nog mee. De uren tikken traag voorbij en ik ga van het bed, naar de douche, op de bal en terug in het bed. Ik heb veel pijn, maar ik bijt door. Ik wil en zal in dat bad bevallen.
Rond 18u is mijn kamer vrij, er wordt gemeten en zien ze geen verandering. De weeën zijn regelmatig, maar ik blijf maar 2cm opening hebben. Pfff wanneer kom je toch, zoonlief, denk ik bij mezelf. We mogen onze spullen naar de kamer brengen en ik loop daar wat rond. 20u ik moet terug aan de monitor, nog steeds maar 2cm opening.
De nacht is aangebroken en ik ben doodop. Ondertussen ben ik al 10 uren in arbeid en er verandert niets, sterker zelf; de weeën komen nu minder frequent. De vroedvrouwen en gyneacoloog van dienst besluiten om me te laten slapen. Bij mezelf denk ik: ‘slapen?? met deze pijn? Ik wil gewoon mijn zoon zien’ De gyneacoloog zegt dat ik moet rusten, dat ik anders nooit genoeg kracht ga hebben om te persen.
Die nacht komt de vroedvrouw regelmatig controleren en kijken, van slapen komt niet veel in huis.
Ik ben zo blij dat het 8u ’s morgens is en dat ik terug naar de bevallingskamer mag. Eerst wordt er nog een lavement opgestoken. Bram en ik verhuizen weer. De nacht heeft niet veel verandering gebracht daar beneden. 3cm en helse pijnen. Maar ik bijt door. Tegen 10u krijg ik een gel ingespoten om mijn baarmoederhals week te maken. Alweer hang ik aan de rand van het bad, ga ik in de douche of lig ik in het bed.
Tegen de middag komt dokter Sap langs, dit is ondertussen al de 3e gyneacologe die ik zie. Zij vindt het heel raar dat ik na zoveel uren nog steeds maar 3 cm opening heb. Ze voelt nog eens goed en merkt dat het binnenste baarmoedervlies nog niet gescheurd is, de vroedvrouw gaat een naaldje halen en probeert te prikken. Ze haalt haar handen weg en er stroomt een ganse plas water mee. Ik zie de vroedvrouwen naar elkaar en naar de gyneacoloog kijken. Dit is niet goed. Mijn vruchtwater ziet groen. Er zit stoelgang in het vruchtwater. Ik mag niet meer in het bad bevallen. Te veel kans op infecties. Slag in mijn gezicht.
En daar zijn de tranen, ze stromen over mijn wangen. Geen bevalling in bad, na al die uren afzien. Ik vraag meteen om een epidurale. Om 13u komt de anesthesist en heeft hij mij de ruggeprik. Ook wordt er oxytocine ingespoten om me in te leiden. Eindelijk ebt de pijn wat weg en kan ik wat rusten.
Rond 15u15 word ik wakker, de pijn is terug, ook wordt het aantal ml van de oxytocine verhoogd om de contracties sterker te maken.
15u30: 4 cm ontsluiting. Ik moet me draaien op mijn linkerzij in de hoop dat onze zoon dan sneller zal dalen. Hij blijft hoog zitten.
16u15: Ik heb 5 cm opening, ik moet nu op mijn rechterzij gaan liggen. Maar dit heeft de baby niet graag. Zijn hartslag gaat steeds omlaag bij een contractie. Ik moet terug op mijn rug gaan liggen.
Rond 17u30 wordt de hoeveelheid oxytocine nog eens verhoogd, ik word er misselijk van en moet overgeven. 18u: 6cm, ik heb het gevoel dat de baby er uit gaat komen, hij duwt mee bij de weeën. De pijn is nu ondraaglijk. De anesthesist wordt opgeroepen en mijn pijnstilling wordt verhoogd, alsook de inleiding wordt verzwaard naar 60. De echo wordt er bij gehaald. Onze zoon heeft hem gedraaid en is een sterrekijker. Ik moet op ellebogen en knieën gaan zitten in de hoop dat hij hem terug zal draaien. Na alles wat ik vandaag al hebben moeten doen, kan ik dit er wel nog bijnemen.
2Ou45 Dokter Sap is terug en komt controleren. De hartslag van onze zoon gaat al enkele uren heel snel naar beneden vlak na een contractie. Dit is niet goed. Ze beslist dat ik moet bevallen met een keizersnede. De angst bekruipt me en ik begin heel hard te wenen en sla ik paniek. Dit wil ik niet, dit durf ik niet. Maar… er is geen andere keuze. Onze zoon moet er uit. Enkele minuten later word ik een operatieschort aan gedaan en word ik richting de OK gebracht. Ik ben nu helemaal in paniek en weet niet veel meer af van de wereld. Bram wordt tegengehouden aan de deuren en ik denk dat hij er niet bij mag zijn. Nu rollen de tranen nog harder over mijn wangen. Ik krijg een kalmeringsmiddel. Alles gaat razendsnel nu. Bram komt naast me zitten op een stoeltje en ik voel de dokters trekken en duwen. Wat gebeurt er? Het enige waar ik op dat moment aan probeer te denken is: ” Laat mijn zoon aub gezond zijn”.
Enkele minuten later hoor ik het: Noah’s eerste kreetjes. Ik denk: ‘ Hij leeft’. Hij wordt op de tafel gelegd en Bram gaat mee, alles gaat zo snel en ik besef half niet wat er gebeurd, maar dan wordt hij op mijn borst gelegd en de hele wereld staat even stil. Dit prachtige roze lijfje hoort nu bij mij, het is mijn zoon. Ik ben mama. Echt.